Deze uitspraak illustreert de praktische problemen die zich gaan voordoen indien het uitsluitend aan vergunningaanvrager wordt overgelaten om te bepalen voor welke inrichting hij een vergunning wenst te verkrijgen. Gelet ook op de recente uitspraken van 15 juli 2015 en 29 juli 2015 (zie StAB 4-2015, nrs. 15-93 en 15-96 m.nt. Valérie van ’t Lam) lijkt dit uitgangspunt constante jurisprudentie te zijn geworden.
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 30-03-2016